E
en heel andere insteek om
tot duurzaam design te
komen is biomimicry, ofwel:
het nabootsen van slimme oploss-
ing die de natuur in een paar
miljard jaren evolutie heeft ontwik-
keld. Neem de befaamde Japanse
Bullet trein, die makkelijk snel-
heden van 300 kilometer per uur
haalt. Voor de aerodynamica van
deze trein hebben de ontwerpers
een voorbeeld genomen aan de
snavel van de bonte ijsvogel. En
de wonderbaarlijk kleefkracht van
de gekko, wordt gebruikt bij het
ontwikkelen van nieuw plakband.
De in biomimicry gespecialiseerde
architect Michael Pawlyn heeft
berekend dat als we dingen net zo
efficiënt zouden kunnen doen als
de natuur, er een factor 10 tot 1000
bespaard kan worden op energie
en grondstoffen. Zo kost het
maken van de allersterkste kunst-
vezel behalve een boel chemica-
liën duizend keer zoveel energie
dan een spin nodig heeft een
draad te spinnen. Toch is dat
spinrag zelfs sterker dan die
allersterkste kunstvezel en de
achtpoter gebruikt als grondstoffen
niet meer dan dode vliegen en
water. Twee heel mooie, concrete
voorbeelden van hoe mensen met
veel succes nieuwe technieken
hebben afgekeken van de natuur
zijn een gebouw met natuurlijk
airco in Zimbabwe en een gloed-
nieuwe, zelfreinigende verf.
MIEREN ALS ARCHITECTUUR-
DOCENTEN
Afrikaanse termieten weten hun
huisvesting zodanig te bouwen dat
vochtigheid en temperatuur binnen
vrijwel constant blijven, terwijl het
buiten overdag zo’n 40 °C warmer
is dan 's nachts! Dat lukt de
mieren via een ingenieus systeem
van ventilatiekanalen en schoor-
stenen. Daarmee wordt overdag
warmte ontrokken aan de heuvel
en ondergronds opgeslagen. Met
die warmte wordt de heuvel
tijdens de kille nacht vervolgens
op temperatuur gehouden tot
de zon opkomt. Bouwtechnisch
ongelooflijk knap natuurlijk,
van die termieten. Architect
Mick Pearce gebruikte het
termietenprincipe voor een groot
winkelcentrum in Harare,
Zimbabwe. Het is het eerste
gebouw ter wereld dat op deze
natuurlijk manier geventileerd
wordt en het gebruikt maar 10%
van de energie die een vergelijk-
baar normaal gebouw nodig zou
hebben voor de airconditioning.
VLINDERS ALS DE IDEALE
SCHOONMAKERS
De grote Morpho vlinder uit uit
de regenwouden van Midden- en
Zuid-Amerika heeft een fantas-
tisch blauwe kleur. Die kleur dankt
de vlinder niet aan pigment,
maar puur aan microscopische
structuur van de vleugels.
Kleur maken zonder pigment
is natuurlijk op zich al heel
interessant. Er is een firma
die displays ontwikkelt met dit
uitgangspunt. Maar een andere
bijzondere eigenschap van de
vlindervleugels, en bijvoorbeeld
ook van de bladeren van de
lotusbloem, is dat ze schoon
weten te blijven zonder chemische
hulpmiddelen en zelfs zonder er
ook maar de geringste energie
in te steken. Ook dat heeft te
maken met de microstructuur
van het oppervlak. Er is nu een
buitenverf ontwikkeld, Lotusan®
geheten, die gebruik maakt van
die structuurprincipes. Daardoor is
deze verflaag na elke regenbui
automatisch weer brandschoon.
Het water parelt eraf en neemt
daarbij de vuildeeltjes mee, net
als bij het blad van de lotus en
de vlindervleugels. Het idee wordt
ook al toegepast op glas, textiel
en andere materialen, waardoor
chemische schoonmaakmiddelen
niet meer nodig zijn, evenmin als
dure, arbeidsintensieve
reinigingswerkzaamheden.
2
Natuur nadoen
52