ALLEEN LEVERBAAR VIA DE ERKENDE DEALER
Arne Jacobsen, van welke meubels kennen we die ook alweer?
Waarschijnlijk het
bekendst zijn zijn eetkamerstoelen Butterfly en Ant, die zijn eindeloos gekopieerd (o.a. door die
Scandinavische firma met die blauwe megawinkels). Als je een écht exemplaar ziet, valt steeds op hoe
mooi, verfijnd, elegant en perfect dat is. De kopieën slaan altijd de plank mis: het lichte en luchtige is
er vanaf, de vormen zijn minder vloeiend, de verhoudingen kloppen niet. Het bewijst
maar weer eens: ontwerpen is een kunst en Jacobsen was gezegend met dat talent.
Ook een goede opleiding gehad zeker?
Eerst een technische opleiding en vervolgens
kunstacademie. Maar al in zijn tweede jaar aan de kunstacademie, in 1925, won hij een prijs met een
stoel tijdens de Wereldtentoonstelling van Parijs. Dat bevestigt de stelling dat hij een natuurtalent was.
1925? Je denkt bij Jacobsen toch aan de fifties en sixties?
Klopt, zijn echte doorbraak
kwam inderdaad pas in 1952 met de Ant-stoel, die hij ontwierp voor de kantine van het farmaceutisch
bedrijf Novo Nordisk. Vóór die tijd was hij vooral in Denemarken bekend als architect, bijvoorbeeld van
het stadhuis van Århus (1942) en tal van gebouwen in en rond Kopenhagen.
Mmm, en nu is hij
als architect juist ondergewaardeerd...
Inderdaad, hij merkte zelf trouwens al eens op:
‘Bijna elke keer als ik een gebouw maak, zijn er mensen die het meteen vervloeken.’ Toch moet zijn
werk als architect beslist niet onderschat worden. Jacobsen heeft bijvoorbeeld het eerste designhotel
ter wereld op zijn naam: het SAS Royal Hotel in Kopenhagen uit 1958. Maar ook van dat hotel zijn de stoelen die hij ervoor ontwierp vele
malen bekender geworden dan het hotel zelf. Dat waren namelijk de Egg en de Swann.
Is het gebouw niet mooi dan?
Op zich wel.
Hoewel het indertijd werd uitgeroepen tot lelijkste gebouw van Kopenhagen. Toen het werd opgeleverd, was het super modern, nu oogt het van
buiten vrij anoniem, omdat we dat soort strakke gebouwen inmiddels gewend zijn. Het is
zeker de moeite waard om even binnen te lopen, want de lobby is nog altijd ingericht met
de meubels van Jacobsen. Als je er een kamer boekt, neem dan nummer 606, de enige
die nog tot in detail is zoals Jacobsen deze ontworpen heeft.
Het is allemaal strak
en modernistisch wat Jacobsen maakte, hij ging vast heel wiskundig
te werk...
Integendeel, hij ontwierp juist heel intuïtief. Misschien dat zijn ontwerpen
daarom nu nog zo geliefd zijn - ze zijn het product van een creatieve ziel, niet van een
mathematisch brein. Hij leek zijn ontwerpen ook bijna als
levende wezens te beschouwen. Tijdens het ontwerpproces
van een gebouw, kon hij soms aan zijn assistenten dingen
vragen als: ‘hoe heeft het zich vandaag gedragen.’ Alsof een
ontwerp een ding is met een eigen wil.
Wilde Jacobsen
altijd al architect of ontwerper worden?
Nee,
eigenlijk wilde hij schilder worden, maar zijn vader vond
architect een beter idee. Vooral in zijn jeugd schilderde
Jacobsen de prachtigste aquarellen en daar heeft hij nog
veel aan gehad. Door die training kon hij later namelijk de mooiste presentaties maken van zijn ontwerpen, dat zijn haast kunstwerken op zich.
Van wie had hij zijn creatieve talent eigenlijk?
Niet van zijn vader, die was handelaar in veiligheidsspelden en drukknopen.
Misschien een beetje van zijn moeder, die was bankbediende maar schilderde bloemen in haar vrije tijd. Haar woonsmaak heeft Jacobsen
beslist niet overgenomen trouwens. In het overdadig gedecoreerde, Victoriaanse huis waar hij opgroeide, schilderde hij de muren van zijn
eigen kamer wit.
Het gevoel voor esthetiek zat er dus al vroeg in...
Hij was een perfectionist, zelfs het kleinste detail was
belangrijk voor Jacobsen, of hij nu een hotel ontwierp of een theelepel. Soms werd hij daar zelf ook wel eens gek van en kon hij uitroepen: ‘de
esthetiek verstikt me’. Op zulke momenten zocht hij graag zijn toevlucht tot het anti-esthetische en deed hij maffe dingen als een hilarische
weddenschap afsluiten dat hij met een uitgeholde pompoen als hoed de straat op zou gaan.
Wat had Jacobsen hier zelf wellicht
nog aan toe willen voegen?
‘Dat gedoe rond ontspanning, dat
zo ongelooflijk modern is tegenwoordig, dat is allemaal goed en wel,
maar ik vind mijn werk zo interessant en gevarieerd, dat ik het vaak heel
ontspannend vind om van het ene project naar het andere te gaan.’
Alsof een
ontwerp een
ding is met
een eigen wil
EGG CHAIR - FRITZ HANSEN
25
KAMER 606, ROYAL SAS HOTEL
VLINDERSTOEL - FRITZ HANSEN
1...,15,16,17,18,19,20,21,22,23,24 26,27,28,29,30,31,32,33,34,35,...82